Bovenkamer

“Herken jij mij?

Ik heb jou op vakantie ontmoet.

Jij had vleugels.

Ik keek, en daar was je.

Je lachte naar me.

Voor ik iets kon zeggen pakte je me vast, en toen vloog je met me weg.”

In Bovenkamer volgen we drie jonge vrouwen op hun reis vanuit hun kamer, de drempel over, de trap af, het café in. Ze hebben aan een half woord genoeg. Ze hebben jarenlang alleen elkaar en de vier muren om hen heen gekend. Ze weten precies hoe ze elkaar kunnen afbreken en weer op kunnen bouwen. Omhelzen en wurgen liggen gevaarlijk dicht bij elkaar. In een poging aan elkaar en aan zichzelf te ontsnappen besluiten ze naar beneden te gaan. Een wereld waar ze geconfronteerd worden met wie zijn voor de buitenwereld. Wat zijn de regels op deze plek? Wat doet de inmenging van al deze mensen met hun hechte, maar verstikkende band?